Vermoorde verkrachter (17) blijkt onschuldig

Turks.nl Redactie

Muhammet Reşit Yıldırım werd beschuldigd van verkrachting en vermoord door de vader van ‘het verkrachte meisje’. Het meisje heeft toegegeven dat Yıldırım onschuldig was.

De 17-jarige Muhammet werd in Yüreğir in Adana doodgeschoten door een boze vader. Zijn 13-jarige dochter zou namelijk zijn verkracht door hem; ze was zwanger. De baby is inmiddels weggehaald middels abortus.

Het meisje staat inmiddels onder toezicht van de staat. De rechtbank liet het meisje weten dat de DNA van de vermoorde jongen niet overeen kwam met het DNA van de baby in haar buik.

Vader Emrah B. zei aanvankelijk dat Muhammet zijn dochter heeft verkracht. Volgens hem zou Muhammet zijn dochter hebben verleid met beloftes over trouwen en zou hij haar daarmee in bed hebben gekregen.

Keer op keer zou hij gevraagd hebben wie verantwoordelijk was voor haar zwangerschap, waarop zij telkens Muhammet zou hebben aangewezen.

Vader Emrah B. zou naar de jongen zijn toegegaan en hebben gezegd dat hij met haar moest trouwen, sinds hij het bed had gedeeld met zijn dochter. Daarop zou Muhammet beloofd hebben met zijn ouders te komen om de hand te vragen van het meisje.

Ondanks dat Muhammet niet de vader is van de baby, blijft Emrah B. er aanvankelijk bij dat hij zijn dochter heeft verkracht. “Als hij het niet had gedaan, dan zou hij dat toch gezegd hebben toen ik het hem vroeg”, zegt de vader.

Uiteindelijk gaf ‘het verkrachte meisje’ toe dat ze zwanger was geraakt door het neefje van de schoonzus van haar vader, oftewel een kennis. Ze zou geen geslachtsgemeenschap hebben gehad met de vermoorde Muhammet.

Op de vraag van de rechter waarom ze loog, zegt ze dat ze bang was dat haar vader de vader van haar baby iets aan zou doen. Ze gaf de naam van Muhammet, omdat ze eerder een relatie had gehad met hem.

Daarop zei de vader: “Als een vrouw en dochter van iemand dit doet, wat moet ik dan nog doen? Ik heb spijt van mijn daad, sorry”. De openbaar aanklager eist verzwaard levenslang voor vader Emrah.