Zijn uitspraak is gebaseerd op de hoofdstukken 14-16 van het Evangelie van Johannes, een van de vier evangeliën van het Nieuwe Testament, oftewel de Bijbel. Daar spreekt Jezus over de komst van de ‘Geest van de Waarheid’, of Advocaat (Parakletos in het Grieks). Moslims interpreteerden deze ‘advocaat’ al eeuwenlang als Mohammed.
Deze interpretatie is gebaseerd vers 6 van hoofdstuk 61 in de Koran. In deze vers voorspeld Jezus de komst van een toekomstige profeet, genaamd Ahmad. In de vers, Soera As-Saff, spreekt Jezus als volgt:
‘‘O Kinderen van Israël, voorwaar, ik ben voor jullie de Boodschapper van Allah, ter bevestiging van wat er vóór mij is van de Taurât en als verkondiger van een verheugende tijding over een Boodschapper die na mij komt, zijn naam is Ahmad.’’ (Koran 61:6)
Ahmad is een andere naam voor Mohammed, etymologisch dicht bij het Griekse woord, parakletos, dus het is hoogstwaarschijnlijk dat Jezus eigenlijk Mohammed bedoelde met de komst van een profeet.
Klik hier om de volledige tekst door Ian Merovach te lezen.