De Turks-Duitse advocaat Melih Akkurt heeft een verzoek ingediend bij het Grondwettelijk Hof van Duitsland om het genocidebesluit van het Duits parlement nietig te verklaren. De reden daarvoor legt Akkurt als volgt uit: ”Volgens artikel 25 van de Duitse grondwet hebben algemene regels van het volkenrecht voorrang op de nationale wet. Volgens artikel 6 van het Verdrag inzake de Voorkoming en de Bestraffing van Genocide mag enkel de daartoe bevoegde rechtbank bepalen of er sprake is van een genocide of niet.”
Dus is het besluit van het parlement om de gebeurtenissen in 1915 aan te merken als genocide, nietig, oftewel, het besluit wordt geacht nooit bestaan te hebben, want er is geen juridische grondslag voor. De enige instantie die de gebeurtenissen in 1915 als genocide mag bestempelen is een daartoe bevoegde rechtbank.
In de zaak Perinçek vs. Zwitserland werd bepaald dat enkel het land, die een dergelijke actie heeft ondernomen of het Internationaal Strafhof in Den Haag kan bepalen of er sprake is van een genocide of niet.
Akkurt roept op alle Turken op grond van deze feiten het Duits parlement aan te klagen. Verder zal Akkurt een beroep doen op het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Hij is ervan overtuigd dat de rechter in het voordeel van Turkije zal bepalen.