Türkkan werd op de ochtend van 14 juli op de hoogte gesteld van de couppoging. Hem werd gezegd dat de president, de premier, de ministers, het hoofd van de Generale Staf (Akar), het hoofd van de Turkse Strijdkrachten en de generaals van het leger één voor één zouden worden opgepakt.
De staatsgreep zou in het holst van de nacht, om 03:00 worden gepleegd. Volgens onvoorziene omstandigheden zou de couppoging eerder uitgevoerd zijn. Het weigeren door Hulusi Akar, het hoofd van de Turkse Strijdkrachten, om de coupverklaring te ondertekenen zou één van de hoofdredenen geweest zijn voor het mislukken van de coup.
Türkkan vertelde verder over zijn band met de Gülenbeweging. ”Ik kom uit een arme familie. Mijn vader was een arme boer. Ik maakte voor het eerst kennis met de Gülenbeweging tijdens de middelbare school. Ik was een goede leerling met een goedbelovende toekomst. Ik maakte kennis met de ‘abi’s’ (Turks voor grote broer) van de Gülenbeweging. In 1989 was ik er zeker van dat ik de militaire tentamens zou halen, maar toch kreeg ik een avond ervoor de vragen van het tentamen.” Dit wijst erop dat de Gülenbeweging de antwoorden van de tentamens verspreidt onder haar eigen aanhang, om zo te infiltreren binnen het Turks leger.