De raadkamer liet donderdag weten dat de terroristische activiteiten van de PKK gezien moeten worden als ‘gewapend conflict’ en niet als ‘terrorisme’. Daardoor zouden de verdachten niet vervolgd moeten worden volgens de antiterreurwetgeving in het land. Eerder was bewezen dat de verdachten jongeren ronselen om ze te trainen zodat ze aanslagen kunnen plegen in Turkije.
Vrijdag heeft het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken laten weten niet eens te zijn met het besluit. De belissing toont aan dat België een ‘gewetenloze houding’ heeft in de strijd tegen terrorisme, vinden zij. “Het is een bewijs dat de PKK alle mogelijkheid krijgt om vrij te opereren in het land,” aldus het ministerie. Zij verwachten dat de fout spoedig wordt hersteld.
Vandaag werd bekend dat het Belgisch parket in beroep gaat tegen het besluit van de raadkamer.