, een van de strengste antidemocratische geloofsrichtingen binnen de islam. Het aantal salafisten bedraagt naar schatting tussen de 20.000 en 30.000.
Dat blijkt uit het vrijdagochtend gepresenteerde rapport ”Salafisme in Nederland” van het Instituut voor Migratie en Etnische Studies van de Universiteit van Amsterdam. Het is voor het eerst dat er in Nederland onderzoek is gedaan naar de omvang van de groep moslims die onder invloed staan van het salafisme.
Het salafisme is een zeer orthodoxe stroming binnen de islam. De aanhangers ervan proberen zo letterlijk mogelijk volgens de Koran en de soenna, de overlevering van de profeet Mohammed, te leven.
Vaak staan hun geloofsopvattingen, bijvoorbeeld op het gebied van de verhouding tussen man en vrouw, integratie in de weg. Ook zijn salafisten in veel gevallen antidemocratisch. De dreiging van geweld komt vaak van deze kant.
Het aantal salafisten in Nederland is al vaker onderzocht. De AIVD schat hun aantal tussen de 20.000 en 30.000. De belangrijkste salafistische centra zijn de As-Soennahmoskee in Den Haag, de El Tahweedmoskee in Amsterdam en de El-Fourkaanmoskee in Eindhoven.
Uit het onderzoek blijkt dat deze moskeeën niet oproepen tot geweld en het expliciet afkeuren wanneer individuele moslims de wapens opnemen. De minderheid van salafistische moslims die wél geweld wil gebruiken, organiseert zich vaak ondergronds.
Daarnaast is er een aanzienlijke groep moslims die gevoelig is voor het salafisme. Die groep van 8 procent van de Nederlandse moslims –tussen de 40.000 en 65.000 mensen– noemen de onderzoekers „streng-orthodox.” Deze groep keurt geweld goed, maar zal zelf niet snel naar de wapens grijpen.
Opvallend is dat Marokkaanse moslims veel vaker gevoelig blijken voor het salafisme (12 procent) dan Turkse (5 procent).
Nieuw is ook dat de personen die het meest onder invloed van de salafisten staan geen jongeren zijn –zoals vaak wordt aangenomen– maar juist ouderen.
„De gemiddelde streng-orthodoxe moslim die onder invloed van het salafisme staat, is een werkloze, oudere Marokkaanse man met een lage opleiding”, aldus prof. dr. Jean Tillie, een van de onderzoekers.
Volgens hem is de dreiging die er van deze mensen uitgaat, echter klein. „Zij keuren geweld niet af, maar hebben vaak niet meer de neiging om zelf actief te worden.” Meldt refdag.nl.