De uitspraak is sinds vannacht in de rondloop op social media, als ‘bewijs’ dat Yunus onterecht uithuis is geplaatst. De twee broers van Yunus mochten wel terug.
Echter bleef Yunus tot heden achter bij zijn pleegouders, wat frustratie opwekte bij zijn moeder terwijl de rechtbank heeft bewezen dat er geen geweld heeft plaatsgevonden. Bureau Jeugdzorg kon het tegendeel nooit bewijzen terwijl dat meerdere malen is verzocht, aldus de uitspraak.
Een deel uit de uitspraak:
Het hof acht het, gelet op de inhoud van alle overgelegde deskundigenrapporten niet aannemelijk dat de ouders [de minderjarige sub 3 (Yunus) ], dan wel de twee andere kinderen in het verleden hebben mishandeld en/of een zodanig onveilige situatie hebben gecreëerd dat mishandeling heeft kunnen plaatsvinden.
Verder over de pedagogische vaardigheden van de moeder van Yunus:
Het hof stelt vast dat Jeugdzorg deze stelling niet onderbouwt met recente onderzoeksgegevens, hoewel de noodzaak tot onderbouwing al meerdere malen aan de orde was gesteld door de kinderrechter.
Het resultaat:
Daarbij komt dat 1. ook Jeugdzorg ter zitting heeft aangegeven ervan uit te gaan dat de kinderen op termijn weer naar huis gaan en 2. uit geen enkel gegeven is gebleken dat de ouders niet in staat zijn om de kinderen de vereiste verzorging en opvoeding te geven. De situatie in 2004, die aanleiding was voor de ondertoezichtstelling, is hierbij niet maatgevend
Ook heeft de rechter gesproken over een mogelijke oneerlijke behandeling door Jeugdzorg:
Dit, gevoegd bij het gegeven dat een forensisch onderzoeksrapport uit mei 2005 en de brief van [een derde] van 4 januari 2006, waarvan de inhoud de ouders in belangrijke mate ontlast voor wat betreft de eerder veronderstelde mishandeling, pas in april 2007 door Jeugdzorg werden overgelegd, maakte het naar het oordeel van de rechtbank begrijpelijk dat de ouders het gevoel hadden dat zij oneerlijk werden behandeld.
© Turks.nl