Een vierde Turks-Nederlandse tieners leeft zonder vader

Turks.nl Redactie

Tussen 1997 en 2017 is het percentage vijftienjarigen dat niet gezamenlijk met beide ouders op hetzelfde adres woont, gestegen van 20 naar 30. Kinderen van ongehuwde ouders lopen een groter risico dat hun ouders uit elkaar gaan dan kinderen van gehuwde ouders. Dat meldt het CBS.

In 2017 woonden 3 van de 10 vijftienjarige kinderen niet gezamenlijk met beide ouders. In 1997 gold dat voor 2 van de 10 vijftienjarigen. In verreweg de meeste gevallen was een scheiding van de ouders de oorzaak. Bij minder dan 5 procent van de vijftienjarigen in niet-intacte gezinnen was een of beide ouders overleden.

In 2016 maakten meer dan 53 duizend kinderen mee dat hun ouders uit elkaar gingen. Bij 33 duizend kinderen betrof het een echtscheiding en bij 20 duizend kinderen waren de ouders niet getrouwd. Hoewel het aantal kinderen dat jaarlijks betrokken is bij een echtscheiding al twee decennia tamelijk stabiel is, is het percentage van de kinderen dat niet gezamenlijk met beide ouders woont toegenomen.

Turkse Nederlanders

Van de vijftienjarigen met een moeder van Turkse of Marokkaanse herkomst woont ongeveer drie kwart nog gezamenlijk met beide ouders. Dit is nagenoeg gelijk aan kinderen van een moeder zonder migratieachtergrond.

Grofweg een kwart (23,3%) van de Turks-Nederlandse vijftienjarigen leeft dus zonder vader. Bij Nederlanders van Surinaamse- en Antiliaanse afkomst ligt dat percentage dicht bij de helft. Slechts 1,8% van de Turks-Nederlandse vijftienjarigen leeft alleen met hun vader en niet met hun moeder.

Het overgrote deel van 74,9% van de Turks-Nederlandse vijftienjarigen leeft met hun beide ouders. Dat staat ongeveer gelijk aan de percentages bij de Marokkaans-Nederlandse vijftienjarigen.