President Recep Tayyip Erdoğan heeft Muharrem Ince aangeklaagd. Ince is de presidentskandidaat van CHP, de grootste oppositiepartij, voor de presidentsverkiezingen op 24 juni. Hij geldt als de belangrijkste concurrent van Erdoğan.
Ince richtte zich in een toespraak op Erdoğan: “Ging jij toen je in 2001 de partij oprichtte niet naar Pennsylvania om toestemming te vragen?”. Vanwege deze woorden heeft de Turkse president aangifte gedaan tegen Ince.
Cumhurbaşkanı Erdoğan'dan İnce'ye suç duyurusu ve tazminat davası pic.twitter.com/HexcJ15sNF
— 24 TV (@yirmidorttv) May 29, 2018
Achtergrondinformatie: Erdoğan en de terroristische sekte FETÖ/Gülenbeweging waren goede bondgenoten tot de twee ruzie kregen in 2013. In die periode zijn veel sekteleden geïnfiltreerd in de overheid, de rechtsmacht en het leger.
Sinds 2013 staat de sekte van Gülen op de Turkse terreurlijst en is Gülen staatsvijand nummer 1. Gülen wordt door veel Turken gezien als het meesterbrein achter de mislukte couppoging in 2016, waarbij honderden doden en duizenden gewonden vielen.
Hüseyin Aydın, een van Erdoğan’s advocaten, zegt dat de woorden van Ince worden opgevat als zware beledigingen en niet kloppen. De uitspraak valt niet onder de vrijheid van meningsuiting, vindt de advocaat. Volgens de advocaat wordt geïnsinueerd dat Erdoğan zich heeft geleend voor de doelen van FETÖ.
“De verdachte, die niks heeft bijgedragen in de strijd tegen FETÖ, is in de gehele periode van zijn kandidatuur de hele tijd bezig met het valselijk beschuldigen van personen die strijden tegen FETÖ”, staat in het verzoek.
De advocaat verzoekt de hoofdaanklager een onderzoek te starten naar Ince voor het schenden van de wet die het verbiedt de president te beledigen. Daarnaast wordt een bedrag van 100 duizend lira geëist van Ince.