Vorig jaar moest een beveiligingsmedewerker in Amerika het met zijn leven bekopen toen hij vertrapt werd door doorgedraaide winkeliers. In de rij daar in de Achterhoek ging het (gelukkig) nog niet zo mis als in Amerika, maar wat er zich afspeelde was ook niet al te fris. De eerste 50 klanten zouden gratis een winterjas krijgen en met de naderende sneeuw is dat een actie die ik ook niet had willen missen. Een Turkse vriend van mij stond samen met zijn zusje in de rij en de menigte stond op scherp omdat, tsja, je laat zo’n kans niet uit je handen glippen door mensen die willen voorkruipen.
Toen een man van allochtone komaf zich bij zijn familie aansloot na zijn auto geparkeerd te hebben werd hij en zijn gezin door een jonge Oer-Hollandse dame uitgesnauwd met allerlei woorden waar je vroeger je mond voor had moeten spoelen met zeep. Deze meneer probeerde nog aan te geven dat hij zijn auto geparkeerd had en samen met zijn gezin wilde staan, maar dat werd hem niet in dank afgenomen. Toen even later de vader van hetzelfde meisje met een iets te grote mond zich bij zíjn gezin aansloot, nota bene óók na zijn auto geparkeerd te hebben, stond men terecht versteld. De zusje van mijn vriend zei er wat van en gaf aan het wel zo fatsoenlijk te vinden als hetzelfde meisje ditmaal haar vader zou ‘verzoeken’ zich, net als zijn voorganger, achteraan te willen aansluiten. Hierop antwoordde zij doodleuk met: ‘Er staat toch nergens geschreven dat dit niet mag, waar bemoei jij je mee?!’
Ik mag een gebeurtenis dan wel flink uitvergroten, maar bovenstaande is voor mij illustratief voor het corrigerende vingertje welke iets te snel wordt gewezen naar anderen, maar iets te vaak afwezig is wanneer men eigen gedrag be(-/ver)oordeelt. Ik sta er ook niet van op te kijken dat zoiets kan gebeuren aangezien het individuele gelijk en geluk zo lang en zo vaak benadrukt is geweest, dat de schuld voor haast alles altijd ‘de ander’ is geworden.
Fatsoen is iets wat bijgebracht dient te worden en wel beginnend op jonge leeftijd. Ik ben mij bewust dat ik chargeer door hierboven de afkomst van het corrigerende meisje (Turks) en die van de schreeuwer (Nederlands) te benoemen. Ik ben bij lange na niet van mening dat het inherent aan de Nederlandse opvoedingsstijl is om je hufterig op te stellen, maar dergelijk gedrag zie ik steeds vaker voorkomen bij zowel Turkse als Nederlandse jongeren en ouderen. In tijden van polarisatie is het naar mijn mening juist belangrijk dat wij met z’n allen ons verzetten tegen ongepast gedrag en uitingen. Ik ben mij er van bewust dat niet iedereen begunstigd is met een fatsoenlijke opvoeding, maar ik begin steeds meer de behoefte te voelen hufterig gedrag openlijk af te keuren. Belangrijkste hierbij is dat goede zeden aanleren tijd kost. Soms mogen de stappen die je richting dit goede doel zet als klein ervaren worden, het blijft onontbeerlijk. We hebben genoeg mensen die luid schreeuwen en met hun vingertje wijzen, maar helaas te weinig mensen die het goede voorbeeld tonen. Iets te vaak trekken we onze schouders op en kijken wij toe. Wanneer wij ons irriteren aan gedrag van anderen kunnen we wel hard staan roeptoeteren, beter zal zijn als we men op beter gedrag proberen te wijzen door middel van een belichaming te zijn van gewenst gedrag.
Toekomstige generaties moeten het doen met de wereld die wij achterlaten. Iedere kleine stap krijgt grote proporties naarmate wij het gezamenlijk doen. En afscheid nemen zoals het meisje met de grote bek deed, daarvan hoop ik niet dat dit gebruikelijk wordt onder ónze toekomstige generaties: “Ik hoop dat je met je kinderen doodongelukkig zal worden.”