Gisteren was de 50ste herdenking van de zwartste dag in de moderne historie van Cyprus.
Geschreven door: Loucas Charalambous, Cyprus Mail.
Als wij Griekse Cyprioten ons zouden realiseren welke de rol de gebeurtenissen van 21 december 1963 hebben gespeeld in onze geschiedenis, zouden we elk jaar op deze dag een bezoekje brengen aan de gracht die de Venetiaanse muur in Nicosia omringt (die we zouden moeten hernoemen tot ‘muur van tranen’), om er vervolgens ons hoofd tegenaan te stoten. Net zoals hoe de Joden het doen op de ruïnes van de tempel van Salomo.
Er is geen gebeurtenis in de geschiedenis van een ander land die gelijkwaardig is aan de onze. Op deze zwarte dag lanceerde het staatshoofd met behulp van een ongeregelde en illegale leger een aanval op zijn eigen staat. Binnen een paar uur tijd wist hij het land op te splitsen in twee aparte delen.
Het meest trieste is het feit dat we – naast dat we helemaal niets hebben geleerd van deze stomme blunder – ons niet eens bewust zijn van de blijvende schade die we ons eigen land hebben aangedaan. In plaats van te kampen met een schaamtegevoel, zien we het verhaal nog steeds als een heroïsch gevecht.
Voor de staatsomroep vereist het een ongelooflijk niveau van brutaliteit om de gebeurtenissen van 1963 te presenteren als vermeende weerstand tegen de Turkse ‘rebellie’, een rebellie die alleen bestaat in de verbeelding van de journalisten van de CyBC en een paar van de overlevende protagonisten van dit onvergeeflijke, met bloed bevlekte verhaal.
In werkelijkheid was het een door Makarios opgezette opstand, maar helaas durft niemand dat toe te geven. Er is niets zo ergerlijk als de idiote shows, die normaal gesproken rond deze dagen worden uitgezonden door radio- en televisiestations van de CyBC, waarin sommige protagonisten van deze gebeurtenissen zoals Nicos Koshis, Christodoulos Christodoulou, Vassos Lyssarides en anderen hun triomfantelijke versie van de gebeurtenissen presenteren.
Ik kan ze niet kwalijk nemen voor hun acties. De meesten, afgezien van Lyssarides, waren onvolwassen en onverantwoordelijke jongeren die werden geleid door een 50 jaar oude monnik: aartsbisschop Makarios. Ze wisten niet wat ze deden en waren zich niet bewust van hun acties. Maar iets wat minder vergeeflijk is, is dat ze zelfs vandaag de dag, maar liefst een halve eeuw later, nog steeds doen alsof ze zich niet bewust zijn van de onherstelbare schade die ons land heeft opgelopen door hun acties.
Van de ene kant is dit wel te verwachten. Wat ik moeilijk accepteerbaar vind is het onverantwoordelijke gedrag van de hoge pieten van de CyBC om steeds vol te houden aan de mythen en daarmee de historische waarheid in feite uit te moorden.
Deze column heeft de gebeurtenissen die plaatsvonden in december 1963 al vaker genoemd. De Akritas organisatie (met Makarios als zijn onzichtbare leider, zoals Christodoulou een paar jaar geleden heeft onthuld), pleegde gewapende aanvallen tegen Turkse Cyprioten, na eerst de spanning tussen de twee gemeenschappen te hebben opgevoerd door het plaatsen van een bom bij het monument van EOKA-held Markos Drakos en een brandstichting bij basisschool Ayios Kasianos.
De plannen om de Akrtias organisatie op te zetten waren al zes maanden na de oprichting van de Republiek Cyprus op gang gebracht. Eén van hun doelstellingen, dat werd opgesteld door Tassos Papadopoulos (volgens de getuigenis van Glafcos Clerides), was het omverwerpen van de Zurich-Londen overeenkomsten, die aan de basis stonden van de oprichting van Cypriotische Republiek. Met andere woorden: ze wilden een ontmanteling van de staat.
Dit zijn de feiten die worden ondersteund door documenten en getuigenissen van leden van de organisatie. Eén van de leden, voormalig officier Takis Chrysafis, had het lef om de waarheid over de Akrtias organisatie te vertellen. Hij onthulde dat hij minister Polycarpos Yiorkadjis instructies hoorde geven over de bom die geplaatst zou worden bij het Marcos Drakos monument op 3 december 1963.
Alleen de bazen van de CyBC en de zelfbenoemde leiders van 1963, die blijkbaar nog steeds niet volwassen zijn geworden, herhalen nog steeds de mythe over de Turkse opstand. Eigenlijk zouden ze nu elk jaar op deze dag bij de Venetiaanse muur in Nicosia moeten staan en hun hoofd er tegenaan moeten bonken om zich enigszins vrijgesteld te kunnen voelen voor hun begane zonden.
Bron: Zakeninturkije.nl