Bedelen om een Koran: Eenrichtingsverkeer bij bepaalde moslims

Een ding dacht ik nooit te hoeven doen: bedelen om een Koran. Wat een tegenstrijdige wereld als moslims klaarstaan om gratis Korans uit te delen aan niet-moslims, maar wanneer een moslim om een Koran vraagt opeens niemand gehoor geeft. Dit was mijn ervaring toen ik zocht naar een sponsor voor een aantal Korans, opeens was er niemand te bekennen.
Turks.nl Redactie

Dit brengt mij dan ook bij mijn onderwerp: eenrichtingsverkeer bij bepaalde moslims en gemeenschappen. U kent ze vast wel:  altijd de eerste die bij je deur langskomen, na het vrijdaggebed klaar staan voor een contributie en je opbellen voor een gift voor het offerfeest. Uiteraard geef je hen steun, maar nu je zelf steun nodig hebt, geven ze geen gehoor.

Al een lange tijd ben ik van plan om met jongeren uit mijn buurt een project te beginnen. Met name omdat een van de ouders mij dit al een tijdje heeft verzocht te doen. Toen ik begon aan het bedenken van een project, moest ik natuurlijk ook de materiele benodigdheden voor dit project inventariseren. Dit betekende in dit geval het vinden van zes Nederlandstalige Korans door middel van een sponsor, voor elke deelnemer een.  Vervolgens zou ik met deze jongeren de Koran gaan lezen in een taal die zij begrijpen, in de hoop dat zij beter de inhoud van de Koran leren kennen. Het laatste is niet alleen een behoefte van niet-moslims zoals sommigen denken, maar ook moslims hebben heel sterk behoefte aan het begrijpen van de boodschap van de Koran.

Om mijn doel te bereiken heb ik verschillende kanalen benaderd, maar niemand die ook maar de moeite neemt om gehoor te geven. Met pijn in mijn hart moet ik concluderen dat het allemaal een façade is. Al deze kanalen zijn altijd op zoek naar giften of hulp met de volgende motto: om de islam te bevorderen, om mensen een dienst te bewijzen. Nou, waar blijven jullie nu? Nergens…

De ironie is dat ik weet dat deze mensen weer zichtbaar zullen zijn wanneer zij hulp nodig hebben. Met een glimlach en ijver zullen zij om mijn contributie vragen, om mijn hulp. Eenmaal wanneer ik hun weer heb gesteund, zullen zij uiteraard weer verdwijnen uit mijn leven. Onze samenhorigheid houdt op dat moment op, ik zal er weer alleen voor staan. “Gemeenschap” is een verkooppraatje, goeie marketing.