Daarnaast komt natuurlijk ook dat de regering de lampen na een tijdje uitschakelt, echt uitgaan zit er dus niet in. Zelfs niet als we een bord met ‘Night Club’ zien, net als in Turkije bleken dit veredelde bordelen te zijn. Je moest alleen maar naar de cafeetjes waar ‘Pub’ stond, dat waren de echte cafeetjes. Nogmaals, net als in Turkije.
Maar ook tussendoor zag je steeds meer kleine voorbeelden van Turks-Armeense verwantschap of juist de kunstmatige afkeer die Yerevan probeert (en redelijk succesvol is daarin) te creëren. Zo stond ons hostel op de James Bryce Street, James Bryce had in 1916 een boek geschreven waarin hij als eerst repte over “gruweldaden van de Osmanen op Armeniërs”. Alhoewel hij later toegaf het boek in opdracht van het Britse Ministerie van Oorlog te hebben geschreven om de oorlog tussen Groot-Brittannië en het Osmaanse Rijk te kunnen rechtvaardigen (na de verpletterende nederlaag van de Britten in Çanakkale, daalde de Britse steun aan de oorlog en dit boek moest deze steun weer herwinnen), geldt hij nog steeds als een held in Armenië. Over zijn rectificatie wordt uiteraard verzwegen in Armenië.
Een ander interessant detail waar ik op gewezen werd door mijn Italiaanse collega, was dat Yerevan bij alle stoplichten LED-verlichting had. LED is een uiterst spaarzame en milieuvriendelijke manier van verlichting, maar er zijn maar weinig landen die er gebruik van maken. Zelf had mijn Italiaanse collega al tijden geopperd voor LED-verlichting in zijn woonplaats in Italie, maar steeds nul op het rekwest gekregen. Waarom Yerevan op dit gebied dan lichtjaren vooruit was? Erg simpel, Yerevan heeft weinig geld en moet elke kans op geld te kunnen besparen, met beide handen aanpakken. Maar toch was het verwonderlijk dat ze dus ook aan technologische en moderne besparingsmethoden dachten.
Wellicht het meest frappante wat ik moet concluderen na mijn verblijf in Armenië zijn de volgende drie zaken: de aanwezigheid van Turkse invloeden in de Armeense maatschappij en de verzwijging ervan; de anti-Turkse haat die wijd gepropageerd wordt door de Armeense overheid; en het resultaat van eeuwenlange samenleven in het Osmaanse Rijk met Turken.
Van de eerste twee heb ik in de afgelopen reeks artikelen, vele voorbeelden gegeven zoals de culinaire en linguïstische gelijkenissen alsmede de aanwezigheid van namen die gericht zijn op het in stand houden van vooroordelen jegens Turken en Turkije. Van de derde heb ik alleen terloops en indirect dingen aangegeven maar het belangrijkste is wel de verkopermentaliteit onder Armeniërs.
In het Osmaanse Rijk werden de Armeniërs gezien als het meest loyaal, zoals eerder al vermeld, en kregen daarom de handelssector toegewezen. Voor moslims was oorlogvoering het meest belangrijkste en dus konden taken zoals bankieren (aan Joden) en handel (aan Armeniërs) uitbesteed worden. Dit heeft ervoor gezorgd dat zowel Joden als Armeniërs ontzettend bedreven en ervaren zijn met hun respectievelijke beroepen. Het is dan ook geen toeval dat de meeste grote banken eigendom zijn van (vooral Osmaanse) Joden.
En ook is het geen toeval dat Armeniërs ontzettend veel vermogen en geld hadden om hun Armeense Opstand van 1915 te financieren. Maar tegelijk is het ook geen toeval dat je in Armenie geen schreeuwende marktlui, geen onderhandeling, geen pogingen tot fraude en oplichting etc. hebt. Zij weten namelijk de gouden regel dat handel alleen geld oplevert als de klant terugkomt. Met andere woorden: de klant moet tevreden blijven en dat kan alleen als je hem daadwerkelijk goed behandelt.
In landen waar handel relatief nieuw is, zoals in Turkije, kan eenieder die daar is geweest beamen dat je op jouw tellen moet passen bij handelaren. Je moet afdingen, je moet op jouw hoede zijn voor valse producten en je moet stevig in jouw schoenen staan om niet opgelicht te worden. Dit alles was in Armenië niet van toepassing op de markten, ondanks alle armoede. Al bijna duizend jaar groeien de Armeniërs op met de basisregels van handel, wat zich uit in vele miljardairs in Amerika. En ook als toerist krijg je een soort gemoedelijke rust dat je waar voor jouw geld krijgt, iets wat ik nog in geen enkel ander land heb mogen ervaren.
Echter, het is wel een eigenschap wat de Armeniërs hebben te danken aan hun Osmaanse afkomst. En juist deze voorbeelden laten voor mij zien hoe veel (positieve) invloeden de Osmanen hebben gehad op de Armeense cultuur.