In de afgelopen drie dagen zijn minstens 130 duizend vluchtelingen de grens overgestoken richting Turkije. Dat heeft vicepremier Numan Kurtulmuş bekendgemaakt.
Tienduizenden mensen, voornamelijk Koerden, vluchten massaal uit hun dorpen en steden die zijn belegerd door de terroristische IS. De vluchtelingen zijn voornamelijk vrouwen, kinderen en ouderen.
Turkije bouwt nieuwe vluchtelingenkampen waar de Koerden moeten worden opgevangen. Veel Koerden die niet in het bezit zijn van een Syrisch paspoort moeten wachten aan de grens. Zij worden voorzien van noodhulp. De vluchtelingen die geen paspoort hebben mogen de grens pas over wanneer zij geregistreerd en gefotografeerd zijn door de officiele noodhulporganisatie AFAD.
Dat de vluchtelingen moeten wachten wekt irritatie op bij Turkse Koerden. Dat leidde zondag voor spanningen tussen Koerden en de politie. De politie moest ingrijpen met traangas en waterkanonnen om duizenden Koerdische jongens tegen te houden. Een deel ervan wilde de grens over om mee te vechten tegen de IS, meldt Anadolu Agency.
Gewonde vluchtelingen, waaronder een kind dat lichtgewond raakte door een mijnexplosie, worden vervoerd naar Turkse ziekenhuizen.