Volgens de sultan is de boerka juist in strijd met Islamitische regels. De Islam zou de vrouw zoiets niet opleggen, staat in zijn wettekst. Zij zouden zelfs lijken op Christelijke vrouwen die aan het rouwen zijn.
Verder waarschuwt Abdülhamit II ervoor dat de boerka gebruikt kan worden om misdaden te plegen. Hij geeft ook een voorbeeld: Recentelijk was een vrouw thuis beroofd door een man die een boerka droeg.
Volgens onderzoeker Murat Bardakci werd de wet streng gehandhaafd in en rond het Yildizpaleis waar de sultan toen verbleef, maar werd in de rest van het rijk nooit echt uitgevoerd. De wet is opgeslagen in het Ottomaans archief onder nummer 99887.
Een deel van de wettekst, dat uit de mond van Abdülhamit II is geschreven door zijn eerste secretaris (başkatip):
“Net zoals dat deze boerka’s in strijd zijn met de plichten van Islamitische vrouwen, kan het ook gebruikt worden door mannen met kwaadaardige ideeën. Recent viel een man, gekleed in een boerka, een vrouw thuis aan en gooide haar bezittingen uit het raam.
Gezien de schade dat het geloof en de staat hierdoor kan leiden, moet het dragen van een boerka worden verboden middels de personen in kwestie op een gepaste manier te waarschuwen. Dit is een bevel van de Sultan.”
Orginele wettekst: