“De professionele hulpverleners hebben goed hun werk gedaan, dat staat buiten kijf. Maar het had beter gekund”, beweert Postma. De bestaande protocollen werden niet gevolgd. Zo hadden meer mensen met een nekkraag of op een wervelplank afgevoerd moeten worden. Dat is gebeurd bij 25% van de slachoffers, maar omdat het een harde klap was moest de grens laag gelegd worden om mensen op een wervelplank te vervoeren.
Ook hadden van meer slachtoffers echo’s, röntgenfoto’s en scans worden gemaakt. “Dat is nu bij ruim zeventig procent van de ernstig gewonden patiënten gebeurd. Dat had volgens internationaal protocol bij honderd procent moeten zijn.”
Hetzelfde geldt voor de zogeheten tertiaire survey, waarbij de slachtoffers een dag na de ramp nog eens helemaal onderzocht worden om te kijken of er niets gemist is. “Bij slechts 65 procent van de slachtoffers is vastgelegd dat dit gebeurd is. Het zou kunnen dat dit vaker geweest is, maar dat is in ieder geval niet gedocumenteerd. Mogelijk zijn er daardoor verwondingen onopgemerkt gebleven.”
Sommige slachtoffers zijn vervoerd naar een ziekenhuis op ruim vijftig kilometer van de crash, terwijl er genoeg capaciteit was in de ziekenhuizen binnen een straal van 25 kilometer. De promovenda heeft een nieuw protocol ontworpen om goed voorbereid te zijn, mocht er een grotere ramp zich voordoen in de tiekomst.