Het is een definitief besluit van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). De zaak was aangespannen door enkele in Turkije wonende mensen tegen het UWV. Het gaat om mensen met een dubbele nationaliteit die in Nederland arbeidsongeschikt zijn geworden.
De mensen kregen naast een arbeidsongeschiktheidsuitkering een toeslag zodat hun inkomen even hoog was als het minimumloon. In een latere bepaling in de wet is vastgesteld dat enkel personen die in Nederland wonen recht hebben op deze toeslag. Daarom is de toeslag door het UWV afgebouwd en uiteindelijk beëindigd.
Volgens de betrokkenen hadden zij recht op de toeslag omdat zij de dubbele nationaliteit hebben. De CRvB vindt dat er een woonplaatsvereiste geldt. Het oordeel is definitief en er is geen mogelijkheid meer tot een hoger beroep.