Een bezoek aan Deventer van Fatma Şahin, burgemeester van Gaziantep en oud-minister van Familie- en Sociale Zaken is afgeblazen na overleg met tussen Turkse- en Nederlandse diplomaten.
Na de Turkijerel van vorig jaar in Rotterdam achtten de Nederlandse diplomaten de komst van de Turkse oud-minister onwenselijk.
Bezoek van de Turkse oud-minister Fatma Sahin aan Deventer afgezegd na diplomatiek overleghttps://t.co/UcQWmRK40g
— NRC (@nrc) March 9, 2018
Şahin zou zaterdagavond spreken op een bijeenkomst in verband met de internationale vrouwendag in de Merkez Camii Moskee in Deventer. Het AD noemt het ‘een gevoelig moment, zo aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart’.
‘Niet passend’
Ondanks de spanningen tussen Turkije en Nederland informeerden de Turkse autoriteiten Nederland over het voorgenomen bezoek van de burgemeester. De twee landen gingen vervolgens op ambtelijk niveau met elkaar in overleg, meldt een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het AD: “We zijn samen tot de conclusie gekomen dat dit voorgenomen bezoek op dit moment niet passend zou zijn.” De woordvoerder wil verder inhoudelijk niet ingaan op het afgeblazen bezoek; ook niet of Nederland druk heeft uitgeoefend.
Ondanks de diplomatieke ruzie houden de twee landen wel contact, benadrukt de woordvoerder van het ministerie. “Nederland blijft met Turkije in gesprek over onderwerpen die ons beide aangaan. Dat gaat om bezoeken over en weer, maar ook over zaken als veiligheid en migratie.”
Ze zat van 2002 tot en met 2014 in het Turkse parlement. Tussen 2011 en 2013 was ze minister van Familie- en Sociale Zaken. Sinds 2014 is ze burgemeester van Gaziantep, de grootste stad aan de grens met Syrië.
Waarom is het bezoek van de Turkse oud-minister #FatmaSahin eigenlijk afgeblazen. Sinds wanneer mogen politici van landen waarmee we diplomatieke betrekkingen hebben niet meer in een moskee praten? Is er enige aanwijzing dat ze zou aanzetten tot haat? https://t.co/VDKiSRNGuW
— Ronny Naftaniel (@RonnyNaftaniel) March 9, 2018
Turkijerel
Een jaar geleden leidde een bezoek van de Turkse minister van Familie- en Sociale Zaken aan Nederland tot een diplomatieke rel. Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam weigerde minister Fatma Kaya, omdat ‘de de komst een risico voor de openbare orde zou vormen’. Ze werd Nederland uitgestuurd. Bij rellen tussen Turkse Nederlanders en de ME, die volgden op het incident, vielen meerdere gewonden. Sindsdien hebben beide landen de ambassadeurs teruggetrokken en wordt er niet gesproken op het hoogste niveau.
Dubbele maat
Afgelopen maand kwamen twee Egyptische generaals en een Egyptische parlementariër van het militair regime naar Amsterdam om te vertellen over de successen van het regime. De bijeenkomst was georganiseerd in verband met de Egyptische presidentsverkiezingen van eind maart. Geen enkel groot nieuwsmedium publiceerde erover, noch spraken Tweede Kamerleden erover of was de burgemeester van oordeel dat het evenement een risico was voor de openbare orde.
Ondanks dat er nooit bewijs werd geleverd voor de bewering dat de komst van de Turkse minister een risico zou vormen voor de openbare orde, werd de komst van de minister breed uitgemeten in de media, spraken Tweede Kamerleden erover, sprak het kabinet erover en werd de komst uiteindelijk verboden door de burgemeester en werd minister Kaya onder dwang het land uit gestuurd.
In de eerste instantie was het aantal verwachte bezoekers enkele tientallen Turkse Nederlanders voor een toespraak over het referendum voor een grondwetswijziging in Turkije. De zaak kreeg echter steeds meer aandacht, toen de landingsrechten voor de Turkse minister van Buitenlandse Zaken werden ingetrokken, die het in de praktijk zo goed als onmogelijk maakte voor hem om naar Nederland te komen.
Als reactie kwam de Turkse minister van Familie- en Sociale Zaken, die voor eenzelfde toespraak in Duitsland was met de auto naar Rotterdam. Toen ook zij werd ingesloten, gingen honderden Turkse Nederlanders naar de omgeving van het Turkse consulaat, waar de Turkse minister was ingesloten en werd gedwongen Nederland te verlaten.
Dezelfde maatregelen werden niet toegepast voor vertegenwoordigers van een land met een militair regime, waar de grootste tegenstander van de zittende president een aanhanger is van de president zelf.