Dat heeft de rechtbank van Den Haag op woensdag bepaald.
De zaak werd aangespannen door de ‘Moeders van Srebrenica’ dat bestaat uit nabestaanden van de omgekomen mannen. Volgens hen kregen de Nederlandse militairen de opdracht van Nederland om vooral zelf geen risico te nemen. Nederland ging voorbij aan VN-mandaten.
De rechtbank stelt dat Dutchbat had moeten weten dat de mannen gevaar liepen. De rechtbank vindt de Nederlandse Staat niet verantwoordelijk voor de val van de enclave zelf.
Volgens Nederland konden de militairen niet anders dan meehelpen aan de evacuatie. De Nederlanders zouden een genocide niet hebben kunnen voorzien.
Europees hof
Eerder dit jaar werd een klacht van de Moeders van Srebrenica afgewezen door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ook de Hoge Raad in Nederland concludeerde dat de VN niet vervolgd kan worden, omdat het immuun is voor rechtsvervolging in Nederland.
Na de inhoudelijke behandeling van de zaak in april betoogden de raadslieden echter dat de Nederlandse soldaten een genocide niet konden voorzien. Volgens de advocaten konden zij niet anders dan meehelpen wat op dat moment op een evacuatie zou lijken.
Srebrenica viel op 11 juli 1995. Nederlandse VN-militairen van Dutchbat hadden de opdracht de VN-enclave te beschermen, maar konden de Serviërs geen tegenstand bieden. Zeven- tot achtduizend mannen werden uit de enclave weggevoerd en vermoord.