Zo meldt nrc.nl.
Volgens de ooggetuigen reden gepantserde voertuigen Binnish (kaart), een stad met ruim 30.000 inwoners, binnen bij zonsopgang. Daarnaast zijn gewapende troepen het centrum van Deir al-Zor (kaart) binnengetrokken op de derde dag van een offensief in het gebied waar veel olie wordt geproduceerd.
Bewoners van Deir al-Zor meldden dat tanks zuidwaarts reden richting het centrum nadat troepen eerder huizen hadden bestormd en bewoners arresteerden. Volgens een bewoner worden steeds nieuwe gebieden van de stad ingenomen.
Gisteren ontkende het Syrische regime dat er een aanval is geweest op de stad, waar zeker twintig mensen zouden zijn gedood. Volgens een officiële verklaring van Syrië is er “geen enkele tank in de stad” geweest en zijn de berichten “het werk van provocerende satellietzenders.”
Verschillende mensenrechtengroepen schatten het aantal burgerdoden sinds het begin van de betogingen in Syrië op 1600. Volgens de Verenigde Staten zijn het er meer dan 2000.
Diplomatieke druk neemt toe
Ondertussen neemt de diplomatieke druk op Syrië wegens het bloedvergieten alleen maar toe. Zo sprak de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Ahmet Davutoglu vandaag met de Syrische president Assad. De twee landen onderhielden tot voor kort nauwe banden met elkaar, maar de laatste maanden heeft Turkije zware kritiek geuit op zijn buurland.
Eerder deze week eiste Saoedi-Arabië een einde aan het overheidsgeweld in Syrië. Dat is opmerkelijk, omdat de Arabische wereld de afgelopen vijf maanden zich niet uitsprak tegen het toenemend gebruik van geweld tegen betogers door de Syrische autoriteiten.