Armand Sağ vanuit Armenië (7/10): Tatev Mall of Tatev Bazaar?

Weer een nieuwe dag in Tatev, weer nieuwe kansen. Een nieuwe dag om kennis te maken met de mensen in Tatev maakte dat we een compleet plan konden presenteren om armoede tegen te gaan en werkgelegenheid te creëren door het plan ‘Tatev Mall’ (aka Tatev Bazaar) te presenteren. Het transformeren van een oude kolchoz tot een toeristencomplex met slaapplekken, restaurants, souvenirwinkeltjes, bioscoop, terras, cafeetjes en vele andere winkels zou volgens onze berekening maar 17.000 euro kosten maar wekelijks € 4500,- opleveren. Een jaarinkomen van tien gezinnen.
Armand Sağ

Ondertussen kreeg ik ook door dat alles over Turkije systematisch gefilterd werd, er was in Armenië helemaal geen nieuws over Turkije. Zelfs de grootste (mijn-)ramp in de Turkse geschiedenis, Soma, werd verzwegen in de Armeense media. Er was helemaal niks over, dat terwijl Turkije een buurland is. Om me heen kijkend zag ik juist dingen die de pijn van de Armeniers levend hielden: een sigarettenmerk dat ‘Akthamar’ (Akdamar – hoofdader, een kerk in Van) heet, ‘Kilikia’ bier (huidige Adana), cognacmerk ‘Ararat’ (Ağrı Dağı) en nog veel meer. Bijna alles herinnerde de gemiddelde Armeniër aan het feit dat ze ooit ergens anders leefden.

Deze staatspolitiek zorgde ervoor dat alle Armeniërs hoop hadden om ooit die regio’s weer in te lijven. Het is een beleid dat niet anders kan eindigen dan in een oorlog, want de pijn van deze open wond wordt niet verzorgd maar juist met zout bestrooid om het een open wond te houden. En met open wonden is het een kwestie van tijd voordat het gaat etteren met pus (haat jegens een andere bevolking). En als er iets is wat haat doet met een volk, dan is het wel iets vergelijkends met de Duitsers en Joden. En eigenlijk is het al begonnen. De 88-jarige Mıgırdıç Yanıkyan riep het al nadat hij de Turkse consul en vice-consul in California vermoordde: “Het waren Turken! Ik haat Turken! Ik wil ze allemaal vermoorden!”.

Toch was deze haat sterker in de Armeense hoofdstad Yerevan, waar de Armeense overheid een sterkere grip heeft, dan in het afgelegen Tatev. Daar spraken mensen nog als ‘komşu’ over Turken, zolang je ze ernaar kon vragen zonder dat EU-functionarissen ingrepen. Het leek wel alsof EU-functionarissen hier de taak van Yerevan overnamen. Desondanks hoorde ik maar weinig keer het woord ‘genocide’ van de Armeniërs (in Yerevan twee keer in tien dagen en in Tatev zelfs nul keer) en ging het meer over dat de Armeense overheid ‘bad’ was met Turkije. Ook hoorde ik veel klachten dat de Armeense presidenten uit Stepanakert (in Nagorno-Karabağ) kwamen en dus alleen maar focusten op die regio.

En inderdaad was het moeilijk te redeneren waarom een straatarm land als Armenie vrijwel al zijn middelen gebruikt om Nagorno-Karabağ en omgeving te bezetten. Om een illustratie te geven hoe groot het gebied is dat Armenië bezet houdt: het is 24% van Azerbeidzjan dus grofweg de helft van het grondgebied van Armenië zelf. En dat slokt zeker middelen op. Mensen in Tatev klaagden hier terecht over want in al onze gesprekken kon niemand (zelfs de dorpsouderen) niet herinneren dat er sinds de val van de Sovjet Unie ook maar iemand uit Yerevan (van de overheid) hier was gekomen. Bij onze vragen waar ze hoop op hadden, sprak niemand de hoop uit dat Yerevan hier iets zou investeren. Bij mijn directe vraag of bepaalde instanties in Tatev (zoals het gerestaureerde kloostercomplex uit de negende eeuw of de grootste kabelbaan ter wereld) gefinancierd waren door een ministerie, kreeg ik alleen hoongelach als antwoord.

Na uitwerking van ons project ‘Tatev Bazaar’ (inderdaad, Armeniërs hadden het woord ‘bazaar’/’pazar’ ook), hadden we weer een interculturele avond. Het viel me op dat veel meisjes uit Tatev beslist niet op foto’s wilden of mochten van hun vaders c.q. mannelijke familieleden tenzij ze nadrukkelijk toestemming hadden daarvoor. Het leek wel alsof het om islamitische meisjes ging. Een interessante vergelijking. Het ging zelfs verder toen ik tijdens de interculturele avond een magneet in de vorm van een hart won bij een quiz over Kroatië. Ik deed het cadeau aan een klein meisje van ongeveer 14 jaar oud en haar reactie was “Zullen we nu trouwen?”. Later werd ik door lokale Armeniërs ingelicht dat interactie tussen jongens en meisjes eigenlijk alleen maar mocht als het resulteerde in een huwelijk.

De cultuur van Armenië lag dus dicht tegen islamitische gewoontes in Pakistan, Iran en delen van Turkije maar ook bijvoorbeeld het hindoeïstische India. Het was interessant om te zien, want Armenië wordt wel als ‘christelijk land’ ingedeeld door Europa terwijl het meer Midden-Oosterse trekjes heeft dan menig ander land aldaar. Ook leerde ik daar het woord ‘Vendetta’, het Armeense equivalent voor ‘bloedwraak’ of ‘eerwraak’, wat daar niet ongewoon was. Toch hoor je meestal over eerwraak in Oost-Turkije (vooral onder Koerden), Irak en Iran terwijl het ook in Armenië een wijd verschijnsel blijkt te zijn. Ook dingen zoals seks voor het huwelijk en verkering hebben bleken dingen die in Armenië niet zomaar geaccepteerd worden. De Armeense cultuur had dus veel meer gemeen met de omringende culturen dan menig mens verwacht.

De gesloten grenzen hebben dus niet gezorgd voor een gesloten cultuur van de Armeniërs. De ruim duizend jaar die de (Selçukse en Osmaanse) Turken met Armeniërs hebben doorgebracht, hebben gezorgd voor een bijna identieke en sterk gelijkende cultuur. Iets wat de Armeniërs krampachtig proberen te verbergen en Turkije niet lijkt te weten.