Nu is dit vrij frappant want de heer Joost Peters kent geen woord Turks. Nog frappanter was echter dat de heer Peters zich niet richtte op de opbouwende kritiek en zich juist niet verontschuldigde voor het feit dat hij als Honorair Consul van Turkije een tentoonstelling faciliteerde waarin onterecht bepaalde journalisten geëerd werden terwijl ze juist op een zwarte lijst stonden van Turkije.
En ondanks mijn zorgvuldige voorzichtigheid om niet de heer Joost Peters te bekritiseren, maar de tentoonstelling an sich, trok de heer Peters de kritiek zich persoonlijk aan en sommeerde mij om zijn afbeelding te verwijderen van de website en verscheidene social media-accounts. Het verwarrende was echter dat ik nergens zijn foto gebruikt had, noch heb ik überhaupt social media-accounts. De constatering van de heer Peters slaat dan ook elke plank mis en heeft meer weg van intimidatie en het wegmoffelen van kritische stemmen. Met zijn verzoek tot verwijdering dient hij derhalve niet bij mij te zijn, maar uiteraard heb ik hem uitgenodigd om met eventuele juridische stappen contact op te nemen met mijn advocaat.
Toch heb ik nog de behoefte om de heer Peters eens haarfijn uit te leggen hoe journalistiek werkt. Klaarblijkelijk weet hij namelijk niet hoe het werkt. Een opdrachtgever vraagt iemand om een artikel en de freelancer (in veel gevallen een intellectueel, columnist of journalist) schrijft een artikel. Dit artikel wordt door de opdrachtgever voorzien van een afbeelding en vervolgens gepubliceerd c.q. verspreid. Het e-mailbericht dat de heer Peters meende te moeten versturen naar mijn adres, getuigt van weinig inzicht en kennis omtrent het functioneren van een columnist in Nederland. Zijn aanpak getuigt van het willen aanpakken van opbouwende kritiek door middel van censuur. Hiermee is de heer Peters echter aan het verkeerde adres en het lijkt mij dat de Republiek Turkije hier toch werk van dient te maken.
De heer Peters is namelijk aangewezen door de Republiek Turkije en Turkije zou het niet moeten accepteren dat de heer Peters: A) een tentoonstelling faciliteert waarin het anti-Turkse journalisten ophemelt terwijl hij juist aangewezen is met als doel het promoten van Turkije; en B) dat Turkije gedoogd dat een door hem aangewezen consul, intellectuelen met een kritische stem monddood probeert te maken door ze te intimideren. Vooral als het om burgers met een Turkse nationaliteit gaat, daar de heer Peters geen Turks burgers is.
De door de heer Peters gemaakte kanttekeningen bij mijn artikel getuigen van weinig respect in de richting van zowel de auteur als de opdrachtgever. Zijn aanduiding van de organisatoren van de tentoonstelling als “kunstenaars”, is zijn zoveelste fout. Ik ken één van de organisatoren namelijk persoonlijk, zij is een academicus c.q. gepromoveerd historica. In geen enkele taal worden wetenschappers “kunstenaars” genoemd. De kennis van de heer Peters hieromtrent blijkt, eveneens, zeer gebrekkig. Als Honorair Consul-Generaal van Turkije vervult hij een brugfunctie tussen beide landen en culturen; en van Turkse overheidswege is het hem niet toegestaan zich in te laten met politieke en religieuze zaken aangezien die zijn voorbehouden aan de Turkse Ambassadeur in Nederland. Waarom hij dit dan toch doet door een dergelijke tentoonstelling te dulden in zijn pand, is mij een groot raadsel.
De enige conclusie die ik kan trekken, is dat de heer Peters geen woord Turks spreekt en derhalve mijn column niet heeft kunnen lezen c.q. begrijpen. Ik verzoek hem dan ook vriendelijk om zijn toon te beteren en in het vervolg meer rekening te houden met de respectvolle wijze waarop columnisten invulling geven aan hun verantwoordelijkheid. Als laatst zou ik hem ten zeerste willen aanraden om als Honorair Consulaat-Generaal van Turkije zelfs de meest onschuldige tentoonstellingen te toetsen aan de criteria die hij zelf stelt te hebben (namelijk het niet hebben van politieke c.q. religieuze activiteiten). Alleen dan vervult hij de eervolle functie van Honorair Consul van Turkije naar behoren en verdient hij deze erefunctie ook daadwerkelijk, want alleen met het organiseren van jaarlijkse borreltjes verdient hij dit niet.
15 juli 2014
Armand Sağ