Hoe is het nu allemaal begonnen? Het begon allemaal toen de Turkse premier Recep Tayyip Erdoğan bekend maakte een bekend park in Istanbul te willen gebruiken om daar een nieuw hightech winkelcentrum te maken. Tenslotte stond Erdoğan en zijn regerende AKP bekend om deze hightech multi-verdiepingen tellende winkelcentra (in het Turks liefkozend ‘AVM’ genoemd). Alleen in de Turkse hoofdstad Ankara al, ontsproten deze AVM’s onder de AKP als kool uit de grond. In totaal heeft Ankara, met een bevolking van ongeveer 4,5 miljoen inwoners, minstens 27 AVM’s (bijgewerkt tot 13 januari 2012); denk hierbij aan AnkaMall, Gordion, Armada, Forum, Ankuva, Bilkent en CEPA. Daarnaast zijn er met Ulus en Kızılay nog twee stadscentra (ditmaal openluchtcentra) die eveneens vol staan met winkels, hotels, restaurants en andere commerciële instellingen.
Het inkomen van de gemiddelde Turk stijgt namelijk in Turkije en de regerende AKP wil daarvan profiteren door de uitgaven van de gemiddelde burger te vergroten dan wel de burgers te stimuleren meer uit te geven. Het is één van de redenen waarom het Turkije economisch en financieel voor de wind gaat de laatste tien jaar. Veel mensen voelen zich dermate aangetrokken tot deze AVM’s dat ze bereid zijn om meerdere creditcardleningen af te sluiten om mee te gaan met de hype om meer en meer uit te geven. De gemiddelde burger in Turkije heeft 4-5 creditcards en een bijbehorende schuld van enkele tienduizenden euro’s. De onvrede hierover groeit met de dag.
Na de AVM-storm in Ankara, wilde de AKP nu ook een nieuwe AVM in Istanbul bouwen naast de vele AVM’s die deze stad ook al rijk is. Het nieuwe gebouw zou moeten komen in het historisch winkelcentrum van Istanbul: Taksim, met daaraan gelegen de historisch erg imposante en belangrijke İstiklal Caddesi waar van oudsher de ambassades (nu consulaten geworden) en duurdere winkels gevestigd zijn. Een soort Den Haags Malieveld en Amsterdamse Kalverstraat, maar dan samengevoegd tot één straat.
Het gebouw zou moeten komen in één van de weinige parken in Istanbul: Gezi Parkı. Dit park was gelegen aan het Taksimplein welke op zijn beurt gebouwd was in 1940 na de afbraak van een immens grote en imposante militairencomplex. Dit complex stamde uit het Osmaanse Rijk (1299-1922) en stond bekend als de ‘Barakken van de Artillerietroepen’. In 2011 besloot premier Erdoğan dat het gebouw opnieuw gebouwd moest worden. Onlangs besloot hij daarbij dat het gebouw weliswaar gerenoveerd zou worden in de stijl van de Barakken van de Artillerietroepen maar dat het een nieuwe bestemming zou krijgen; namelijk een AVM.
De vervanging van het enige park in het centrum van Istanbul voor een historisch en toeristisch bouwwerk was nog daaraan toe maar het vervangen voor een AVM was reden voor studenten en milieubewuste burgers om een rechtszaak aan te spannen tegen Erdoğan. Zij wilden Gezi Parkı behouden en de historische bomen (waarvan sommigen eeuwen geleden geplant waren als deel van de botanische tuinen van de artilleriebarakken) beschermen. Erdoğan wachtte het vonnis echter niet af en gaf opdracht tot het vernielen van het park. De sloopwerkzaamheden begonnen maandagavond 27 mei 2013 rond een uur of 22, waarbij een muur van drie meter en vijf bomen vernield werden. Dezelfde nacht kwamen leden van het ‘Overlegorgaan Taksim’ (Taksim Dayanışması; een burgerinitiatief dat zich al sinds juni 2012 inzette voor het behoud van Gezi Parkı en het Taksimplein) de werkzaamheden storen. Zij besloten te kamperen in het park om zo de sloop te voorkomen. De leden ronselden via social media meer mensen om het park te beschermen en gedurende dinsdag en woensdag kwamen veel burgers op de oproep af. De oproep trok vooral studenten, milieuactivisten maar ook communisten, anarchisten en oppositieleden van de AKP. Een lid van de politieke tak van de Koerdische terreurorganisatie PKK, de BDP, kwam al snel opdagen, net als de leider van de grootste oppositiepartij CHP, Kemal Kılıçdaroğlu.
De steeds grotere groep activisten zorgde voor een gespannen sfeer waarbij op 29 en 30 mei er ongeregeldheden ontstonden tussen de activisten en de politie. Hierbij werd de oproeppolitie ingeschakeld die hard terugsloeg met traangas en peperspray. De tenten waarin de activisten ‘s nachts verbleven werden rond 5 uur ‘s ochtends in brand gestoken. Volgens de politie door relschoppers en volgens de activisten door undercoveragenten. Hoe dan ook, de daad zorgde voor verontwaardiging en nog meer mensen trokken naar Gezi Parkı. Tevens ontstonden er solidaire demonstraties in andere steden zoals Ankara, İzmir, Tunceli en Adana. Hierbij kreeg de actie al snel een politiek karakter door de aanwezigheid van vlaggen. Deze waren veelal van de Communistische Partij van Turkije (TKP) of de Republikeinse Volkspartij (CHP).
Op 31 mei kwam de verlossende uitspraak van de rechter dat Gezi Parkı behouden moest blijven en dat de sloopwerkzaamheden per direct gestaakt moesten worden. Erdoğan reageerde door te stellen dat “het winkelcentrum er desondanks zou komen”. Uit paniek bleven steeds meer mensen protesteren tegen Erdoğan, ondanks dat ze de rechterlijke uitspraak mee hadden. De angst dat Erdoğan zich niet zou houden aan het vonnis was namelijk groot. De uitspraken van Erdoğan kwamen als olie op het vuur en vergrootten deze angst. Zijn uitspraak dat de onrust een complot was van de grootste oppositiepartij CHP, deed hetzelfde en toonde ook de paranoia van Erdoğan.
Steeds meer mensen sloten zich aan bij de protesten in het land, waarbij geweld tegen de politie niet meer geschuwd werd. Ook ontstonden er rellen, plunderingen en openlijke geweldpleging waarbij onschuldige winkels en panden door menigten vernield werden. De protesten trokken namelijk ook de aandacht van terreurleden (zoals de Koerdische PKK) en voetbalhooligans; waarvan UltraAslan, Genç FenerBahçeliler en Çarşı de meest bekende groepen zijn. Alhoewel de drie laatstgenoemde voetbalsupporters officieel de protesten steunden op een vreedzame manier, grepen leden binnen de groep de situatie aan om verder te rellen. Vooral Çarşı, de harde kern van Beşiktaş, fungeerde als katalysator door hun sterke banden met anarchisten. Het officiële logo van Çarşı is hetzelfde als van de anarchisten.
Ondanks het feit dat de rechter de activisten gelijk gaf en de werkzaamheden gestaakt werden, riepen groepen op om verder te demonstreren. De protesten sloegen hierbij om tot anti-Erdoğan-protesten met linkse (communistische), nationalistische (Grijze Wolven) en separatistische symbolen . Langzaamaan begonnen de politieke vlaggen plaats te maken voor neutrale leuzen en vlaggen van de Republiek Turkije. Het protest kreeg het karakter van een volksprotest tegen de AKP; welke (in de woorden van socioloog Emre Kongar) een “dictatuur van de meerderheid” nastreefde. In dit geval een dictatuur van de meerderheid van de zetels in het Turkse parlement.
Op 31 mei 2013 ontstond een klein protest in Amsterdam, gevolg door een grotere op 1 juni 2013. De aanwezigheid van universitair docent aan de Universiteit Leiden, Dr. Hans Theunissen , deed de opkomst goed. Veel van de deelnemers waren uitwisselingsstudenten uit Turkije, expats dan wel niet-Turken. Het waren vooral deze niet-Turken die de Turkse cultuur niet begrepen en te ver gingen met hun bewoordingen (zoals ‘Kankerhoer’) waardoor het niet verrassend was dat in Turkije onder andere een Egyptische toerist zwaargewond raakte.
Naast de actie van 1 juni in Amsterdam , waren er op 2 juni vergelijkbare protesten in Eindhoven , Rotterdam en nogmaals Amsterdam (ditmaal onder leiding van de fel anti-AKP Kemalisten genaamd ‘Federatie van Nederlands Turkse Jongerenorganisaties ‘). De protesten in Eindhoven en Rotterdam werden georganiseerd op persoonlijke titel door leden van de Türkiye Gençlik Birliği (TGB), een organisatie die eveneens de Kemalistische leer aanhangt, links-socialistische tendensen heeft en anti-AKP is. Op 1 juni werd ook in Den Haag een protest georganiseerd op het Malieveld (vlakbij de Turkse ambassade en verscheidene Nederlandse ministeries). Bij dit protest was onder andere Mustafa Ayrancı prominent aanwezig. Ayrancı is een linkse activist met sterke pro-Koerdische tendensen en wordt daardoor door veel Turken gezien als anti-Turks.
Maar waar draait het nu allemaal om? De protesten zijn in wezen een spiegel voor de Turkse bevolking waarin men drie belangrijke punten kan toetsen:
1. De onvolwassenheid van de Turkse mentaliteit;
2. Het gebrek aan vertrouwen van de Turken in hun eigen democratie;
3. De invloed van Westerse (in dit geval vooral Nederlandse) media.
Men kan beginnen door te kijken naar de ontwikkeling van de Republiek Turkije sinds zijn oprichting in 1923 door Mustafa Kemal Atatürk, welke tevens de eerste president werd. Zijn ideologie (veelal verwezen naar als Kemalistische leer) was er één van humanisme, laïcité (een strengere vorm van secularisme), sociaaldemocratie en patriottisme. Het was Atatürk die zich vanaf 1923 tot aan zijn dood in 1938 inzette voor de snelle modernisatie van Turkije. In dit kader versnelde hij, bijvoorbeeld, de aanleg van parken in veel grote steden in Turkije zoals in 1925 met het Atatürk Orman Çiftliği in Ankara van 114,385 m2 (11,4 hectare). De Gençlik Parkı in Ankara van 1943 wordt ook gezien als deel van zijn nalatenschap (ook al was Atatürk zelf overleden toen het park daadwerkelijk geopend werd). Het is dan ook jammer om te zien dat er sindsdien vrijwel geen nieuwe parken aangelegd zijn in de centra van grote steden in Turkije.
In Europa promoten en beschermen veel moderne steden hun parken, zo heeft Nederland het Malieveld in Den Haag beschermd met een acte uit 1576. Het Vondelpark in Amsterdam laat zien dat groen ook in een drukke stad nodig is. Het mooiste voorbeeld is echter het gigantische Parque del Buen Retiro in de Spaanse hoofdstad Madrid. Dit park was het privépark van de Spaanse koning maar werd opengesteld voor het volk in 1869. Het staat pal in het centrum van Madrid en ter uitbreiding werd het toenmalige paleis zelfs afgebroken. In Turkije is het haast ondenkbaar dat gebouwen plaatsmaken voor uitbreiding van een park of enig ander soort groen. Veel politici zijn namelijk alleen maar bezig met commerciële activiteiten. Veel parken in Turkije zijn daardoor verworven tot kleine speelparken van slechts één hectare; een mooi voorbeeld is het Kuğulu Park in Ankara, wat precies 1 hectare is (1 hectare is 10.000 m2). Ter vergelijking: het Parque del Buen Retiro is 140 hectare, het Malieveld ruim 10 hectare, het Vondelpark 48 hectare en het Gezi Parkı 3,8 hectare (dus nog geen eens 4 hectare).
De Turkse mentaliteit dat moderniteit alleen maar kan voortkomen uit commerciële activiteiten en het volbouwen van steden, moet nog steeds volwassen worden. Gelukkig lijkt deze mentaliteit voorbehouden aan Turkse politici (zoals Erdoğan en vrijwel elke politicus sinds Atatürk) en niet aan de massa. Laatstgenoemde blijkt namelijk bereid te zijn om te vechten voor het behoud van groen, zoals nu in Gezi Parkı.
Het gebrek aan vertrouwen van de Turkse burgers in hun eigen democratie en rechtssysteem blijkt ook uit de commotie rondom Gezi Parkı. Tenslotte is de rechtszaak gewonnen en lijkt de zaak over. Toch gaan de protesten door en slaan de vreedzame acties over in geweld. De mensen hebben namelijk geen vertrouwen in Erdoğan. Hij zou volgens de massa toch het park kunnen slopen. Maar de mensen begrijpen niet dat ze dan de volledige Turkse justitie kunnen inschakelen om Erdoğan te dwingen zich te schikken naar het vonnis. Het feit dat burgers in Turkije dit niet begrijpen, geeft aan dat ze niet helemaal begrijpen hoe democratie werkt. Sterker nog, het gebruik van geweld en het vernielen van staatseigendom (zoals bussen, taxi’s, bushaltes, gebouwen, politieauto’s etc.) heeft alleen maar negatieve gevolgen omdat al deze schade toch weer uit de staatskas (dus van de belastinggelden van dezelfde mensen die nu protesteren) betaald zullen worden.
Er zijn dan ook veel betere manieren om jouw onvrede kenbaar te maken in een democratie zonder daarvoor te rellen. Het voorbeeld van Turken die minutenlang met hun woonkamerlicht knipperden was daar een voorbeeld van, het was echter een klein voorbeeld. Een andere methode zou kunnen zijn om een burgerinitiatief te beginnen om zo vervroegde verkiezingen te realiseren. Weer een andere manier zou kunnen zijn om een klacht in te dienen tegen excessief politiegeweld of zelfs een klacht tegen Erdoğan. Veel Turken doen dit echter niet, niet omdat ze het niet kunnen maar omdat ze niet geloven dat hun klacht serieus genomen zal worden. Erdoğan is tenslotte de premier van Turkije en in de ogen van veel Turken zal hij daarom in bescherming genomen worden. Zo werkt een democratie echter niet en veel Turken moeten begrijpen dat dit de manier is om onvrede kenbaar te maken. Het gebruik van geweld is achterhaald en hoort niet thuis in een democratie.
Deze onvrede komt voort uit een onrealistisch beeld van de gemiddelde Turk over democratie, juist omdat ze niet begrijpen hoe dit werkt. Zo stelt hoogleraar Prof. Dr. Cengiz Aktar, hoogleraar politicologie aan de Bahçeşehir Universiteit in Istanbul, dat “de enorme bouwprojecten in Istanbul worden uitgevoerd zonder inspraak van de bevolking.” Maar waar wordt dit wel gedaan? En sinds wanneer is dit een cruciaal onderdeel van een democratie? Ik kan me persoonlijk niet herinneren dat er recent onderzoek is geweest in Nederland naar de vraag voor een nieuw Centraal Station in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en/of Utrecht; toch wordt dat nu gerealiseerd in Nederland. Een democratie betekent namelijk dat eenieder (dat wil zeggen: een burger) kan klagen over deze bouwprojecten. In dat geval wordt het stilgezet en komt er een vonnis. Daarna wordt besloten of het kan doorgaan of niet. In geen enkel geval wordt eerst inspraak gezocht met de bevolking alvorens een staatsbouwproject te beginnen. Dat is ook geen cruciaal eis binnen een democratie. Het feit dat Turken dit wel denken, geeft aan hoe verstoord hun beeld over democratie is. Het Turks beeld over democratie is een utopisch blik op het geheel wat niet strookt met de realiteit en hoogstwaarschijnlijk ook niet reëel is (want hoe wil je de 16 miljoen inwoners van Istanbul inspraak gunnen?).
Als laatst geeft de commotie rondom Gezi Parkı aan hoe de Westerse media tegen Turkije kijkt. In dit geval gaat het vooral om de Nederlandse media. De Nederlandse media snapt veelal geen bal van Turkije. Dit komt door een verstoord beeld wat ontstaat door verkeerde kennisvoorzieningen. Het is dus niet zo dat de media het niet wil zien, maar simpelweg omdat ze het niet kunnen zien. Nederlandse media beroepen zich namelijk op zelfuitgeroepen Turkije-experts die te gekleurd kijken naar de situatie. Het Turkije Instituut van Lily Sprangers is zo een voorbeeld; op hun eigen website stellen ze dat ze “Turkije onderzoeken vanuit een Nederlands perspectief”. Dit is echter net zo absurd als Rusland bekijken vanuit een Zimbabwaans perspectief. Turkije dient men te bekijken vanuit een Turks perspectief, omdat de ontwikkelingen in het land zich voortdoen vanuit een Turkse traditie. Dit kan men alleen begrijpen als men de Turkse taal en de Turkse cultuur, alsmede de Turkse geschiedenis, door en door kent maar ook begrijpt.
Zo stelt Zihni Özdil, een voormalig lid van het Turkije Instituut, op 7 november 2011 in De Volkskrant het volgende over Turkse jongeren in Nederland: “Fysiek leeft men in Nederland maar Turkije is vaak het enige land waar men zich werkelijk om bekommert.” Het is dan ook de ultieme contradictie dat ook Zihni Özdil zich vooral interesseert in onderwerpen omtrent Turkije, getuige zijn artikel van 1 juni 2013 . Zijn identiteitscrisis wordt verder gevoed door arrogantie als we zien hoe hij omgaat om critici. Eenieder die het ook maar waagt om kritiek te hebben op Zihni Özdil, krijgt een scheldwoord c.q. ad hominem naar zijn hoofd geslingerd: “marginale kneuzen “. Het is deze misplaatste arrogantie en onwetendheid waardoor de Nederlandse media er volkomen naast zit als het komt op onderwerpen omtrent Turkije. De zelfverklaarde Turkije-expert Zihni Özdil is slechts een marginaal verwaarloosbaar aspect in de kennisoverdracht omtrent Turkije. De echte expert worden steevast niet geraadpleegd in zulke situaties (denk hierbij aan Oğuzhan Kılıç, TGB en nog vele anderen). Dit soort situaties kan men het best begrijpen door naar de bron te gaan, in dit geval de organisatoren van de protesten in Nederland zelf. Een geluk heeft ervoor gezorgd dat er veel (politiek actieve) Turken in Nederland wonen en ook goed Nederlands spreken, waarom worden ook die mensen niet gevraagd om informatie? Het beeld wat nu ontstaat is een vertekend beeld.
Het heeft geleid tot een beeld in Nederland waarin wordt geloofd dat de AKP en Erdoğan gesteund worden door bijna de gehele bevolking van Turkije. In werkelijkheid heeft AKP ongeveer 35-40% van de stemmen gewonnen in de laatste verkiezing en de andere partijen dus ruim 60%. Alhoewel 35-40% van de stemmen voldoende is voor een meerderheid van de zetels in het Turkse parlement, is het nog niet de meerderheid van de bevolking. In Turkije is het kiessysteem namelijk anders dan in Nederland, dit systeem kan men niet begrijpen vanuit een Nederlands perspectief. Het dient bestudeerd te worden vanuit een Turks perspectief. Zo is er in Turkije een kiesdrempel van 10% maar ook een plicht aan de burgers om te stemmen; al is het blanco. Echter, in Turkije is het zo dat de restzetels (alsmede de blanco stemmen) automatisch naar de grootste partij gaan. Dit zijn allemaal aspecten die niet terugkomen in het Nederlandse systeem en dus niet begrepen kunnen worden vanuit een Nederlands perspectief.
Afijn; gezien het feit dat de restzetels ook naar de grootste partij gaan, kan het zo zijn dat de AKP als eerste uit de bus komt bij een verkiezing en door de zetels de benodigde 276 van de 550 zetels wint om zo een meerderheid te vormen binnen het Turkse parlement. De AKP heeft dit kunnen doen zonder een coalitie te vormen met een andere partij; een unicum binnen de Turkse politiek sinds Adnan Menderes en zijn DP in 1950. Toch heerst er in Nederland een beeld dat Turkije bestaat uit een grote meerderheid aan AKP-stemmers, een kleine groep Koerdische politici (BDP), een marginale groep seculiere Turken (CHP) en de rest. In werkelijkheid bestaat 60% van de Turkse stemmers uit de oppositie maar zorgt het rare Turkse kiesstelsel ervoor dat de AKP een meerderheid kan vormen in de kamer. Het feit dat de BDP in de Turkse kamer kan komen, is overigens ook een bijwerking hiervan. Voor politieke partijen geldt een kiesdrempel van 10%. Alle partijen die de tien procent niet halen, zien hun behaalde stemresultaat verdwijnen naar de grootste partij; in dit geval de AKP. Echter, voor onafhankelijke kandidaten geldt deze kiesdrempel niet. Zo kan het dat Koerdische politici als onafhankelijke kandidaten kunnen meedoen aan Turkse verkiezingen en verkozen worden. Deze kandidaten hebben in sommige gevallen maar 1% van de stemmen waar voor politieke partijen minstens 10% nodig is. Toch komen de onafhankelijke kandidaten in het parlement en de politieke partijen niet. Na de verkiezingen, verklaren de onafhankelijke kandidaten toch tot een partij te horen en zo ontstaat een nieuwe politieke partij (in dit geval de Koerdische BDP).
Zo kan een partij als de BDP de vierde partij van Turkije worden met maar een fractie van de stemmen. De BDP heeft 36 zetels in het 550-zetel tellende parlement van Turkije maar heeft eigenlijk, gezien de kiesdrempel van 10%, geen recht op een zetel. Buiten Turkije ontstaat zo het beeld dat er miljoenen Koerden leven in Turkije terwijl de officiële consensus het houdt op “ongeveer 7-11% Koerden in Turkije “. Gezien het feit dat niet alle Koerden meerderjarig en dus stemgerechtigd zijn, is het aannemelijk om te concluderen dat de BDP eigenlijk niet genoeg steun en potentieel heeft om boven de 10%-kiesdrempel uit te komen. Door het gebruik van onafhankelijke kandidaten, omzeilt de BDP dit echter en ontstaat er een beeld buiten Turkije dat de Koerden in Turkije dermate talrijk zijn, dat ze de vierde grootste partij kunnen vormen. Dit is echter niet conform de realiteit.
Zo kan het dat, ondanks de bewering in Nederlandse media dat Erdoğan met zijn AKP “al sinds 2002 verkiezingen moeiteloos wint ” en “niet voor een minderheid zal buigen”, toch te maken heeft met een protest. Het verklaart ook waarom deze anti-AKP en anti-Erdoğan zijnde demonstranten niet te maken hebben met pro-AKP en pro-Erdoğan zijnde demonstranten. Dat zou namelijk te verwachten zijn in een land waar de AKP een ruime en overweldigende meerderheid zou hebben. Dat is echter niet het geval. De AKP heeft niet zozeer een meerderheid aan de stemmen, maar meer een meerderheid van de zetels door toedoen van het Turks kiessysteem. Dit systeem is vergelijkbaar met dat in de Verenigde Staten van Amerika waar presidentskandidaat Al Gore in 2000 meer stemmen kreeg dan George W. Bush, maar toch verloor wegens het kiessysteem.
Dit is echter niet terugkomen in de Nederlandse berichtgeving, net als de recente ontwikkelingen in Turkije. Recent heeft Erdoğan enkele fikse restricties gelegd aan alcohol, deze hadden in werkelijkheid meer te maken met het schikken van Turkse wetgeving naar Europese wetgeving maar werden toch gezien als ‘islamistisch’ door zowel Kemalistische stemmers als de Nederlandse media. Anouk Willemsen van de Radboud Universiteit maakte de prachtige vergelijking dat ook in Nederland (zware) alcohol niet meer op benzinestations en supermarkten verkocht mag worden. Toch wordt dit niet gezien als “christelijk” terwijl hetzelfde verbod in Turkije wel wordt gezien als “islamitisch”. De vergelijking wordt nog mooier als men kijkt naar Spanje waar in een willekeurig Madrileens supermarkt een EuroShopper-achtig eigen merk van Bacardi en Whiskey wordt verkocht voor maar 5-6 euro per liter. In Nederland is dit ondenkbaar wegens juridische restricties, niemand zal deze restricties bestempelen als ‘christelijk’ (mede omdat Spanje als katholiek land, voor religieuzer wordt aangezien dat het protestantse Nederland). Toch wordt dit wel gedaan in Turkije, ook door de Kemalisten zelf. Dat in Turkije Erdoğan zelf ook tussen de regels door laat merken dat hij het alcoholverbod vooral steunt, niet vanwege gezondheidsredenen, maar vanuit religieuze redenen, komt als extra olie op het vuur.
Aan de ene kant is dit ook begrijpelijk; door Kemalisten wordt alcohol in Turkije (vooral rakı) gezien als een belangrijk deel van de cultuur. Het is te vergelijken met bockbier in Duitsland, witbier in België, wodka in Rusland en wijn in Frankrijk; het wordt gezien als een fundamenteel stuk van de Turkse cultuur. Dit is deels te verklaren vanuit het historische Osmaanse Rijk waar het brouwen van alcohol alleen toegestaan was voor christenen (die wijn nodig hadden voor hun kerkdiensten en daardoor vrijstelling kregen van het alcoholverbod). Toen de christenen steeds succesvoller werden binnen het Osmaanse Rijk, begonnen de Turkse moslims steeds meer aandacht te krijgen voor aspecten van de christelijke cultuur om zo de oorsprong van de successen te kunnen verklaren. Alcohol was één van die aspecten, althans dat dacht men. Zo kwam het dat Atatürk in 1925 (slechts 2 jaar na de oprichting van de Republiek Turkije) als eerst de Tekel-fabrieken in Turkije nationaliseerde (letterlijk: de Monopolie-fabrieken). Tekel begon als brouwer van bier en het typische Turkse Rakı; een zware drank van anijs met 40 tot 45% alcohol.
Sindsdien is alcohol een belangrijk deel van de Turkse cultuur geworden, dit wordt mede duidelijk als men beseft dat Atatürk mede gestorven is door excessief alcoholgebruik (onder andere ook medische redenen). Atatürk kwam daarmee in het rijtje van mythische Turkse leiders die in de loop van de geschiedenis allemaal (mede) door overmatig alcoholgebruik het leven hadden gelaten, beginnende met Attila de Hun in 453. Toch verbood Erdoğan op 24 mei 2013, slechts enkele dagen voor de Gezi Parkı-commotie, de verkoop van alcohol tussen 22:00 ‘s avonds en 06:00 ‘s ochtends met uitzondering van horecagelegenheden. Dit zette kwaad bloed, vooral bij de Kemalistische en linkse groeperingen. Het waren dan ook dezelfde Kemalistische en linkse groeperingen die Gezi Parkı aangrepen om te protesteren tegen Erdoğan. Een ander recent maatregel wat ook veel kwaad bloed zette bij Turken, was het afschaffen van het voorvoegsel ‘T.C.’ bij alle overheidsinstellingen. T.C. staat vertaald voor ‘Republiek Turkije’ (of ‘Türkiye Cumhuriyeti’) maar ook dit kwam niet terug in media buiten Turkije. Deze twee maatregelen samen zorgden ervoor dat veel demonstranten hun bierflesjes in de vorm van ‘T.C.’ plaatsten in Gezi Parkı. Een ander maatregel wat recent ook veel frictie veroorzaakte, was de toenadering van de AKP tot de terroristische organisatie PKK. In Nederlandse media werd het beeld geschetst dat veel Turken tevreden waren met de overeenkomst maar in werkelijkheid waren veel Turken juist geschokt door deze overeenkomst met de PKK; een organisatie verantwoordelijk voor de dood van bijna 50.000 onschuldige Turken.
Omdat dit allen niet terug kwam in de media buiten Turkije, lijkt het protest een onverwachte actie. In werkelijkheid was het al langer te verwachten omdat Erdoğan met zijn 35-40% aan stemmen in wezen een meerderheid dwong mee te gaan met zijn beleid. Het feit dat er nu geen vrijwel tegendemonstraties zijn die Erdoğan steunen en de Gezi Parkı-protesten afkeuren zegt genoeg. Alhoewel het natuurlijk niet de enige reden is hiervoor.
Dit gezegd te hebben, is het resultaat van de Gezi Parkı-protesten het volgende. Volgens de Minister van Binnenlands Zaken, Muammer Güler, zijn er 90 solidariteitsdemonstraties in 48 verschillende provincies georganiseerd waarbij 939 mensen aangehouden zijn wegens openlijke geweldpleging. Daarnaast zijn in totaal 79 mensen gewond geraakt, waarvan 26 politieagenten en 53 activisten. Nederlandse media spreken van daarboven nog twee doden , een Egyptische toeriste en de 26-jarige Aylin. Beide doden zijn echter nog niet bevestigd en lijken gebaseerd te zijn op geruchten daar er ook geen rouwende nabestaanden te bespeuren zijn.
Alhoewel dit protest de onvolwassenheid van de Turkse democratie aangeeft (mede omdat mensen direct besluiten tot gewelddadige protesten), zijn er ook lichtpunten te bespeuren. Zo is groen een gevoelig punt bij veel Turken; milieuactivisten blijken talrijker te zijn in Turkije dan aanvankelijk gedacht. Ook hebben de demonstranten veel verrassende taferelen getoond. Hieronder viel onder andere het voorlezen van klassieke werken aan politieagenten door demonstranten, het opruimen van afval na de rellen door demonstranten maar ook politieagenten die gewonden verzorgen en hevig discussiëren met leden van de nationale garde over het gebruik van geweld tegen demonstranten.
Helaas zijn er ook andere beelden, onder andere van hoe gewonde politieagenten uit ziekenhuizen verjaagd worden door demonstranten omdat ze “geen verzorging zouden verdienen”. Aan de andere kant zijn er ook demonstranten die politieagenten aanvallen en met water bespoten worden uit zelfverdediging. Het is echter jammer dat deze mensen gezien worden als ‘slachtoffer’ van politiegeweld. Door het vertekende beeld in buitenlandse media, is het namelijk makkelijk om Turkse politie te beschuldigen van ‘excessief geweld’. Ook kwamen veel beschuldigingen als ‘fascist’, ‘gebruik van chemische wapens’, ‘politiestaat’, ‘onderdrukking van minderheiden’ en ‘schending van mensenrechten’ terug terwijl dit niet berust op de waarheid. Het is nu eenmaal makkelijker om Turkije te beschuldigen van dit soort wandaden dan de waarheid te stellen, omdat het beeld in Europa dusdanig is dat dit soort beschuldigingen voor waarheid gezien worden.
Dit vooroordeel tegen Turkije heeft ook geleid tot uitspraken zoals die in nu.nl waarin gesteld werd dat “[r]echters in Turkije er niet bekend om staan te oordelen tegen de regering “. De uitspraak van 31 mei 2013 bewees echter hun ongelijk en vooroordeel jegens het Turkse rechtssysteem. Een vooroordeel wat overigens niet verwonderlijk is, gezien het feit dat veel Turkse burgers in Turkije het ook delen. Het berust echter niet op de werkelijkheid, zoals meestal het geval met vooroordelen is. Het werkt echter anti-Turkse propaganda wel in de hand, iets wat een jammerlijke bijwerkingen vand de protesten is gebleken.
Toch hebben de onrusten in Gezi Parkı enkele belangrijke punten getoond. Zo is men in Turkije nog niet volledig bewust van de voordelen van een democratie, ook weet men nog niet hoe men er mee om kan gaan zonder geweld te gebruiken en onnodig schade toe te brengen aan staatseigendom. Ook laat het de eigenzinnige vooroordelen in de buitenlandse media zien jegens Turkije, terwijl men in Turkije zelf veelal creatief en humoristisch met de protesten omgaat. Dit komt mede door de laksheid van enkele Turken uit Turkije die het gemakkelijker vinden om mee te gaan met de vooroordelen jegens Turkije in de buitenlandse media om zo hun voordeel ermee te begaan, dan de vooroordelen te bevechten.
Het beeld van een Turkse man in Ankara die verkleed als Darth Vader van Star Wars een vreedzaam protest tegemoet loopt, is dan ook evenveel waard als boekdelen aan tekst. Het protest mag dan nu politiek gekleurd zijn door oppositiepartijen die het voorval aanwenden om de AKP tot aftreden te dwingen, en het protest mag dan ook vele hooligans, relschoppers en hipsters (die alleen op zoek zijn naar nieuwe Instagram-foto’s die ze kunnen delen op Facebook en Twitter) aangetrokken hebben; het blijft in beginsel een protest met het doeleind om de moderniteit in Turkije (moge het groen zijn of het drinken van alcohol of zelfs het dragen van een Darth Vader-kostuum) te prolongeren. Niks meer en niks minder.
Armand Sağ
2 juni 2013
© Armand Sağ 2013
[1] ‘Ankara AVM’lerinin Listesi’, op: AVMlife.com.tr (13/01/2013). Beschikbaar op: http://www.avmlife.com.tr/haber/4001/ankara-avm-lerinin-listesi.html (geraadpleegd op: 02/06/2013). [2] ‘Meer dan 900 aanhoudingen in Turkije’, op: Nu.nl (01/06/2013). Beschikbaar op: http://www.nu.nl/buitenland/3489918/meer-dan-900-aanhoudingen-in-turkije.html (geraadpleegd op: 02/06/2013). [3] ‘Gewonden bij protesten Taksimplein’, op: Nu.nl (31/05/2013). Beschikbaar op: http://www.nu.nl/buitenland/3488631/gewonden-bij-protesten-taksimplein.html (geraadpleegd op: 02/06/2013). [4] ‘Taksimplein Istanbul loopt weer vol’, op: Nu.nl (02/06/2013). Beschikbaar op: http://www.nu.nl/buitenland/3490216/taksimplein-istanbul-loopt-weer.html (geraadpleegd op: 02/06/2013). [5] Afbeelding: ‘Handgebaren’, op: Facebook (02/06/2013). Beschikbaar op: https://fbcdn-photos-d-a.akamaihd.net/hphotos-ak-ash3/943302_603297736361116_1541137906_n.jpg (geraadpleegd op: 02/06/2013).