Zijn leven is simpel en richt zich enkel tot het ontwikkelen van zichzelf. Terwijl hij zichzelf ontwikkelt en hunkert naar eten en warmte, ontwikkelt zich in mij iets anders, vaderschapsgevoel. Ik houd hem vast in mijn armen en zeg nogmaals: ‘welkom mijn zoon, hoşgeldin’.
De roots van mijn zoon stamt af van een groot opa die als gastarbeider naar Nederland is gekomen. Groot opa, opa en papa vielen onder de categorieën: 1ste generatie, 2e generatie en 3e generatie allochtonen. Ieder generatie heeft zichzelf verder ontwikkelt en tijdens die ontwikkeling van vader tot zoon altijd het volgende doorgegeven: ‘zoon, zorg dat jij je kansen pakt in deze samenleving en zorg ervoor dat jij als moslim, als Turk twee keer (dan wel niet 10 keer) zo hard je best doet om succesvol te zijn in deze samenleving. Van generatie tot generatie veranderde het gevoel van ‘Nederlander’ zijn ook en nu zijn we aangekomen bij jou. Los van het gevoel van Nederlander zijn, wilde alle papa’s voor jou in onze familie één ding: een beter toekomst, een zoon waar hij trots op kon zijn.
Ik heb veel van mijn opa en mijn vader geleerd en ben enorm trots dat ik dezelfde achternaam draag als de mannen in mijn familie die mij mijn opvoeding hebben meegegeven en hebben geleerd wat werken met eer en trots is. Dat gezegd hebbende zal één aanpak in de opvoeding echter drastisch verschillend zijn. Ik zal mijn zoon nooit vragen twee keer zo hard zijn best te doen. In ieder geval niet om dezelfde reden als mijn vader dat aan mij vroeg, want waar ik volgens de termen van het CBS nog val onder de categorie allochtoon, valt mijn zoon onder de categorie autochtoon. De vraag is echter: zal hij ook daadwerkelijk zo gezien worden? Die vraag stel ik mijzelf de laatste dagen/weken vaak, ik kan het niet helpen om te denken: ‘in wat voor wereld verwelkom ik mijn zoon eigenlijk?’.
In mijn hoofd klonk het een beetje zo. Welkom mijn zoon, wees welkom. Welkom in het land waar je vader (die hier geboren en getogen is en dag in dag uit zijn steentje bijdraagt) wordt verwacht afstand te nemen van gekken die hun daden in naam van de Islam uitvoeren. Welkom in een wereld waar de religie die jij meekrijgt vanuit huis wordt gezien als iets achterlijks en de aanhangers ervan worden gezien als potentiële terroristen of jihadisten (immers je bent schuldig tot je onschuldig wordt verklaard). Welkom in de wereld waar men aanzet tot haat, welkom in een wereld waar men niet met elkaar praat, maar over elkaar praat. Welkom in een land waar men niet met, maar naast elkaar leeft. Welkom mijn zoon, wees welkom!
Zucht. Nou is de nuance zoek en hoor ik de kritieken al bij het lezen van de alinea hierboven, dus herstel ik mijn woordkeuze en verwelkom ik mijn zoon anders. Ik geef hem het volgende mee: ‘of de wereld vol zit met haat of niet, jij bent een bron van liefde. Strijd altijd tegen onrecht, maar laat je leiden door liefde. Volg je hart, volg je religie, denk met je verstand. Denk nooit in hokjes, culturen of religies, dat heeft jouw vader en jouw Profeet (vzmh) ook nooit gedaan. Beweeg uit hoop, nooit uit angst. Wees een leider, geen volger, durf te dromen, ook als je wakker bent, wees sterk, wees jezelf, wees hard, wees zachtaardig, maar boven alles, vergeet nooit wie je bent. Jij bent Hamza Ibrahim Karaaslan en wie Hamza is vul jij zelf in, niet een ander’.