B. werd verdacht van het seksueel misbruiken van 10 jongens tussen de 12 en 14 in de tijd dat hij leerkracht was bij stichting Ensar. Ensar is een onderwijsinstelling dat kinderen van arme en conservatieve gezinnen opleidt.
De uitspraak van de rechter kwam al bij de eerste zitting, mogelijk door de gevoeligheid van de zaak. Ensar kwam onder zware kritiek te staan, omdat het schandaal lange tijd stil werd gehouden. Ook de regerende AK Partij kreeg een lading kritiek omdat zij sterke banden hebben met Ensar. De Turkse minister van gezinszaken deed daar een schepje bovenop door de stichting te verdedigen voor de camera’s.
B. ontkent betrokken te zijn geweest bij de verkrachtingen. Hij kon geen advocaat krijgen omdat niemand hem wilde verdedigen. Daarop kreeg hij een advocaat toegewezen. Eerder had hij al toegegeven, maar bij de rechtbank beweerde hij dat ‘onder zware druk’ te gedaan hebben.
De leerkracht heeft zich onder andere schuldig gemaakt aan seksuele misbruik van meerdere kinderen, beperking van bewegingsvrijheid en het tonen van seksuele beelden aan minderjarigen. Het OM eiste bijna 600 jaar.