Volgens de verdachte dachten Gülenisten dat, na de corruptie-operaties op 17 en 25 december 2013, de politieke carrière van Erdogan zou eindigen. Maar toen de AK Partij de eerstvolgende verkiezingen met meer stemmen wist te winnen, verloor een groot deel van de Gülenisten hun vertrouwen voor de beweging. De helft zou toen de beweging hebben verlaten. Uit paniek gingen de bestuurders en de media-organen volop in de aanval om niet nog meer aanhangers te verliezen.
De steun voor Fethullah Gülen bleef dalen toen de beweging steeds meer macht begon te verliezen. Toen ook Gülen-sympathisante rechters werden vervangen door de regering, was voor veel aanhangers geen reden meer om de beweging te blijven steunen, voegt de verdachte eraan toe.
Volgens de regering en analisten was de invloed van Gülen in het leger het laatste bastion van de beweging. Ook dat zouden zij verliezen na de Hoge Militaire Raad in augustus. Dit wordt gezien als de voornaamste reden van de couppoging op 15 juli. Na de coup werden duizenden boeken van Fethullah Gülen door Gülenisten zelf weggegooid of verbrand. Hoeveel steun er op dit moment is voor de terroristische beweging, is nog onbekend. Openlijke steun kan sinds de couppoging resulteren op een arrestatie.