De operaties van de Turkse antiterreurpolitie en militairen vonden plaats in de provincies Muş, Diyarbakır, Mardin en Şırnak. De separatistische terreurorganisatie begon een offensief door aanslagen te plegen op militairen en politieagenten en hun families om zo een ‘onafhankelijke zone’ te creëren, waarop Turkije hard reageerde.
Er zijn 1.232 terroristen gedood en minstens 3.000 explosieven ontmanteld. De meeste explosieven waren geïnstalleerd in koelkasten, keukenkasten, pannen, aan deuren of in kachels om de militairen in een val te lokken.
Gedode terroristen per provincie:
Mardin: 90 terroristen
Şırnak: 876 terroristen
Diyarbakır: 266 terroristen