Dat meldt telegraaf.nl
De hoogte MIT-baas, Hakan Fidan, hoeft ook niet meer te getuigen. Ruim een week geleden leidden de arrestatiebevelen en de oproep te getuigen tot grote opschudding.
De aanklager haalde bakzeil nadat het parlement vorige week in ongekend hoog tempo wetgeving had aangepast. Daarin is geregeld dat MIT-medewerkers alleen nog mogen worden ondervraagd als de premier daarvoor toestemming heeft gegeven. President Abdullah Gül keurde het wetsontwerp snel goed en de wet verscheen onmiddellijk in de staatscourant. Toen zat er voor de aanklager niets anders op dan zijn onderzoek naar de MIT te stoppen.
De aanklager wilde de MIT-medewerkers horen in de zogeheten KCK-zaak, waarin vooral Koerdische politici worden vervolgd wegens vermeende contacten met de terreurorganisatie PKK. De MIT had zelf contacten: ze praatte tot vorige zomer namens de regering in de Noorse hoofdstad Oslo met de PKK.
Of de vijf MIT-medewerkers inderdaad wegens de gesprekken in Oslo in de problemen kwamen met justitie, is echter niet duidelijk. Medewerkers van de aanklager lieten anoniem weten dat infiltraties van de MIT in de KCK, een koepel van terroristische groepen waar ook de PKK deel van uitmaakt, uit de hand liepen. Er zou nauwelijks verantwoording zijn afgelegd en geïnfiltreerde spionnen zouden bloed aan hun handen hebben gekregen. Tijdens de behandeling van het wetsontwerp merkte minister van Justitie Sadullah Ergin wel op dat gesprekken met de PKK weer kunnen worden hervat, als daar aanleiding toe is.