Met een daling van 1,5 procent, is de Turkse lira nu nog maar 0,3606 Eurocent waard. Volgens de economist Gokce Celik komt dit doordat de Lira “last heeft van een stijgende risicopremie als gevolg van de toenemende politieke druk op de bank van Turkije”.
Naast politieke druk zou ook het Federal Reserve System (een reguleringssysteem voor banken in de Verenigde Staten) een nadelig voor de waarde van de Lira. De veronderstelling dat het binnenkort de rente zal verhogen heeft de dollar versterkt ten koste van andere valuta’s.
Momenteel veroorzaakt de dalende lira een verhoging op kosten van geïmporteerde goederen, met als vervolg een landelijke inflatie. De centrale bank staat nu voor het dilemma om te kiezen tussen het stabiliseren van de Lira en het verhogen van de koers of devalueren; het stimuleren van groei door de koers te verlagen. In Turkije is er echter een unieke, derde factor aanwezig: de inmenging van president van het land, Recep Tayyip Erdogan. De AK, partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling heeft veel te danken aan de tot nu toe behaalde economische successen, die dankzij devaluatie een recordgroei hebben behaald. President Erdogan heeft eerder gezegd devaluatie een geschikte methode te vinden om de economie een duw in de rug te geven en spoort daarom ministers aan om de koersen verder te verlagen.
Economen maken zich steeds meer zorgen over de Turkse lira, die begin deze maand een laagterecord bereikt had. De munt is dit jaar al 12% in waarde gedaald. De regering trekt zich weinig aan van de zorgen van buitenaf en verklaart dat deze daling voor een toenemende export en zelfs een afnemende inflatie zal zorgen.
Hoewel de regering tot op een hoog niveau betrokken lijkt bij het functioneren van de bank, verklaarde de Minister-president dat de onafhankelijkheid van de centrale bank gegarandeerd is. Veel critici zijn echter bang dat hier verandering in zal komen als de AK een grotere meerderheid voor zich wint in de aankomende verkiezingen.